Samenwerking met mantelzorgers laat te wensen over

samenwerking met mantelzorgers

Foto: Artis Rams

Kwetsbare thuiswonende senioren krijgen vaak zorg van thuiszorgmedewerkers en mantelzorgers. Samenwerking met mantelzorgers is echter voor veel professionals niet vanzelfsprekend. Er blijkt nauwelijks overleg over de zorg voor een oudere tussen beide typen zorgverleners. Slechts in 26% van de relaties tussen alle door de oudere genoemde formele en informele hulpverleners is er overleg over de zorg.

Dat laat onderzoek van de Vrije Universiteit en VU medisch centrum zien. Hoogleraar Informele Zorg Marjolein Broese van Groenou: “Thuiszorgorganisaties moeten hun medewerkers aansturen om structureel contact te leggen met mantelzorgers. Het contact ontbreekt vooral met mantelzorgers die niet inwonen bij de zorgontvanger”. 

Formele en informele hulpverleners overleggen vaker met elkaar als ze meer uren zorgen en/of meerzorgtaken uitvoeren, en dezelfde taken uitvoeren. Er is ook meer samenwerking met mantelzorgers als de oudere een grotere zorgbehoefte heeft, meer geheugenproblemen  ervaart en als de oudere geen regie heeft in het zorgnetwerk.

De onderzoekers concluderen dat samenwerking met mantelzorgers weinig voorkomt, en dan vooral tussen ‘centrale’ informele hulpverleners enerzijds en verzorgenden en verpleegkundigen anderzijds, met name wanneer de oudere zelf minder goed in staat is de zorg te organiseren.

Inwonende mantelzorgers

Het lijkt vooral afhankelijk van de situatie van de mantelzorger of er overleg is met thuiszorgmedewerkers. Broese van Groenou: “Vooral inwonende mantelzorgers die veel uren zorgen voor hun kwetsbare partner of ouder overleggen met de thuiszorgmedewerkers. De uitwonende kinderen, familie, vrienden, buren of vrijwilligers zijn vaak niet in beeld bij de thuiszorg, maar juist zij zullen in de nabije toekomst een groter aandeel in de langdurige zorg moeten leveren”.

Inwonende mantelzorgers hebben behoefte aan advies en ondersteuning van thuiszorgmedewerkers. Uitwonende kinderen en andere familieleden willen graag meepraten over de zorg voor de oudere en op de hoogte worden gehouden als de zorgsituatie van hun naaste verandert. Voor thuiszorgmedewerkers is deze samenwerking met mantelzorgers nog geen vanzelfsprekendheid. Het kwam zelfs voor dat thuiszorgmedewerkers zwaardere zorg aanvroegen voor de opname in een verpleeghuis, zonder dit met de mantelzorger(s) te bespreken. Vrienden, buren en vrijwilligers hebben op hun beurt niet altijd behoefte aan samenwerking met thuiszorgmedewerkers. Zij doen vaak een bepaalde, afgegrensde taak en willen verder niet teveel gedoe. Contact met dit type hulpverleners is volgens de onderzoekers minder noodzakelijk, maar het is wel handig als de thuiszorg hen kan bereiken in noodsituaties. De onderzoekers adviseren om alle aanwezige mantelzorgers in ieder geval in beeld te brengen en contactgegevens uit te wisselen.

Behoefte aan samenwerking met mantelzorgers

Vooral mantelzorgers die een tehuisplaatsing willen voorkomen, blijken samenwerking toe te juichen. Deze mantelzorgers ervaren vaak een grotere mate van overbelasting en vragen minder snel andere mantelzorgers om hulp. “De kenmerken van mantelzorgers zijn cruciaal voor het bestaan van overleg over de zorg; frequent overleg bestaat vooral in relaties van mantelzorgers met een sterke motivatie voor zorgverlening en een hoge zorgintensiteit. Dit zijn vaak de partners van de zorgbehoeftige ouderen. Opmerkelijk genoeg spelen kenmerken van de formele hulpverleners geen rol in het hebben van overleg”, aldus Broese van Groenou.

Organisatorische hiaten

Succesfactoren in de gezamenlijke zorgverlening zijn vooral gelegen in de communicatie over de zorg, een goede taakverdeling in de zorgverlening en een goede relatie tussen de hulpverleners onderling. Knelpunten zijn een gebrek aan communicatie, uiteenlopende opvattingen over de zorg en relationele of organisatorische struikelblokken.

Waar het de organisatie van de zorg betreft, is kritiek veelal niet gericht op de persoon van de hulpverlener, maar vooral op de de organisatie en het werkproces van de hulpverlening. Met name wisselend personeel, de zorgplanning, werkdruk, tijdgebrek en slechte bereikbaarheid van professionals blijken blijken de samenwerking met mantelzorgers in de praktijk in de weg te staan.

Meer details zijn te vinden in het rapport van de VU.

Interessant artikel? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!