Jeugdbescherming en -reclassering naar gemeente

jeugdbescherming jeugdreclassering gemeentes gemeenten gemeente

Minister Edith Schippers

Met ingang van 1 januari 2015 is het uitvoeren van jeugdbescherming en jeugdreclassering niet langer voorbehouden aan de Bureaus Jeugdzorg (BJZ), maar gaat de gemeente bepalen wie deze zorg levert. Dat laten het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het ministerie van VWS en de VNG weten. Vanaf die datum mogen andere organisaties deze taken ook uitvoeren, mits zij daarvoor zijn gecertificeerd. Deze organisaties zullen deze functies dan uitvoeren in opdracht van de gemeentes.

Certificering jeugdbescherming

De certificering komt bovenop de algemene kwaliteitseisen die in de nieuwe jeugdwet geformuleerd zijn en die gelden voor alle jeugdzorgaanbieders. De reden hiervoor is dat de overheid een basiskwaliteit wil kunnen garanderen voor instellingen die werken met de meest kwetsbare en complexe gezinnen en jeugdigen.

Er zal een tweetal separate normenkaders opgesteld worden voor respectievelijk de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Organisaties die in opdracht van de gemeente beide vormen van hulp willen aanbieden, dienen dan ook beide certificaten te hebben. Het normenkader onderscheidt normen ten aanzien van de organisatie, met betrekking tot de professionals die in die organisatie werkzaam zijn, op het gebied van de ingezette methoden en met betrekking tot de ketensamenwerking. De exacte uitwerking van deze normen wordt nader vormgegeven in een ministeriële regeling.

Wanneer organisaties aan alle criteria voldoen, dan kunnen zij een certificaat krijgen, waarmee zij gedurende twee jaar diensten op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering mogen aanbieden. Organisaties die reeds op ruime ervaring kunnen bogen, krijgen een certificaat voor 5 jaar.

Overleg rechter, Raad en gemeente

In de praktijk zullen kinderrechters dan in overleg met de gemeente de kinderbeschermingsmaatregel moeten opdragen aan een van de gecertificeerde instellingen. Daaraan voorafgaand zal de Raad voor de Kinderbescherming met de gemeente in gesprek treden  over welke instelling de Raad in het advies aan de rechter zal meenemen. Het zal bij het overdragen van deze verantwoordelijkheden van de BJZ’s naar nieuwe aanbieders van belang zijn dat dit in goed onderling overleg verloopt. Ook het waarborgen van de benodigde expertise is daarbij een aandachtspunt. Uiteindelijk dient er een protocol te komen waarin de Raad voor de Kinderbescherming en de VNG de wijze van overleggen met elkaar vastleggen.

Meer informatie hierover is te lezen in de factsheet van de overheid en de VNG.

Interessant artikel? Blijf op de hoogte door u aan te melden voor onze nieuwsbrief.