Begroting 2015: extra middelen voor Wmo

begroting 2015 wmoIn de begroting 2015, die het kabinet op Prinsjesdag presenteerde, is een bedrag van € 72,9 miljard begroot om uit te geven aan zorg. Middels nieuwe, slimme technologieën en innovatie wordt het volgens de regering mogelijk om meer zorg te bieden met dezelfde mankracht, maar tegen lagere kosten. Daarbij wordt de zorg meer toegespitst op de wensen en mogelijkheden van de zorgvrager.

Vanaf 1 januari 2015 decentraliseert het kabinet taken in het sociale domein naar gemeenten. Deze decentralisaties gaan gepaard met grote geldstromen, namelijk € 3,6 miljard voor de Wmo, € 3,9 miljard voor de Jeugdwet en € 2,9 miljard voor de Participatiewet. Met deze decentralisaties wordt de rol van gemeenten om burgers te ondersteunen versterkt. Via maatwerk moeten gemeenten zorgen dat mensen mee kunnen blijven doen in de samenleving.

Participatiewet

Met het invoeren van de participatiewet wil het kabinet mensen met een beperking meer kansen bieden op de arbeidsmarkt. De komende jaren komen bij bedrijven 100.000 extra banen vrij, en bij de overheid 25.000 banen. Deze banen zijn bestemd voor mensen die wel kunnen werken, maar vanwege een beperking niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Deze wet geeft gemeenten de gelegenheid om mensen op maat te kunnen begeleiden naar werk, eventueel in samenhang met andere hulpvragen.

Langdurige zorg en ondersteuning

Met de hervormingen van het stelsel van langdurige zorg en ondersteuning, wil het kabinet het systeem vereenvoudigen, zodat het logischer en duidelijker wordt.

Vanaf 2015 wordt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door nieuwe regelingen. De lichtere vormen van zorg en ondersteuning, zoals begeleiding en dagbesteding, krijgen mensen vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de ondersteuning aan mensen met een beperking, zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Als mensen zich melden met een ondersteuningsvraag, is de gemeente wettelijk verplicht om hun situatie te onderzoeken. Dit onderzoek vindt samen met de cliënt en zijn omgeving plaats.

Voor de mensen die al AWBZ-zorg ontvangen is er een overgangsregeling: zij houden tot uiterlijk 31 december 2015 recht op de zorg uit hun indicatie. Deze regeling geeft gemeenten de tijd om zorgvuldig te kijken welke ondersteuning deze mensen nodig hebben na afloop van hun huidige indicatie.

Voor de transitie van de Wmo naar de gemeenten wordt eenmalig € 40 miljoen uitgetrokken. Dit komt bovenop de extra middelen voor de Wmo uit het voorjaar, € 195 miljoen euro, en € 75 miljoen die het kabinet in 2015 en 2016 uittrekt voor thuishulptoelage.

Het kabinet verwacht dat de overgangsperiode waarin de zorgtaken aan de gemeenten worden overgedragen enige problemen met zich zal meebrengen. Verwacht wordt echter dat deze veranderingen op den duur zorgen voor meer maatwerk en lagere kosten.

Interessant artikel? Schrijf u nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!