Een kennissenkring die uit hulpverleners bestaat… (Column)

column jeugdarts CJG sociaal wijkteam

dr. Rianne Reijs, jeugdarts en columniste dewijkin.nl

Zes mensen hebben hun koffie gepakt, twee zijn er afgemeld. De procescoördinator is er natuurlijk, notulen bij de hand. De verpleegkundige van het consultatiebureau heeft de jeugdarts uit haar team meegenomen, de vervanger van de maatschappelijk werker uit het wijkcentrum is er ook. Degene die het dichtst bij het gezin staat is de thuisbegeleider. En ikzelf, de jeugdarts van de oudste kinderen. Afwezig deze keer de kredietbank, en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige van moeder. Vooral dat laatste is jammer, want we hadden daar nou juist wel vragen aan. Oh ja, en moeder is er ook niet. Zo’n grote groep mensen is toch net te veel van het goede, licht de thuisbegeleider nog maar eens toe.

Het is net een echte vergadering. De notulen van de vorige keer worden op punten, komma’s en spelfouten in namen verbeterd, en de nieuwste StaVaZa* wordt toegelicht door de thuisbegeleider. De vervanger van de maatschappelijk werker vult aan, zij heeft een kennismakingsgesprek met moeder gehad, en heeft wat nieuwe doelen ontdekt om aan te werken.

Met het oudste kind, weet ik via school, gaat het de goede kant op. Ze komt zo goed als iedere dag naar school, ook als ze hoofdpijn heeft. Dat was begin dit schooljaar nog heel anders: het verzuim was torenhoog. En als ze dan weer een keer op school was, voelde ze zich zo aangekeken door iedereen, en had ze zoveel gemist dat ze niet makkelijk meer meeging in de groep. Echt niet alleen wat betreft de sommetjes, maar ook de nieuwste grapjes in de klas, gewoon het groepsgedoe. De leerkracht is door de intern begeleider goed geholpen bij het welkom heten, en de leerkracht heeft dat weer weten over te brengen op de klas. Dus nu is ze er weer. Wel nog met de hoofdpijn inderdaad, maar daar wordt via de huisarts en de gespecialiseerd verpleegkundige aan gewerkt.
Het middelste jochie is thuis heel druk, vandaar de thuisbegeleider, maar school ziet het probleem niet. Mooi, dat is ook wel eens lekker.

Het kleintje, daarover gaat het consultatiebureau. “Nou ja, zij volgen de ontwikkeling van het kindje. Moeder en vader ‘gaan over haar’, toch?” vraagt de thuisbegeleider terecht. Dit mens is goud waard, denk ik bij mezelf.

Tegelijkertijd: het zou zoveel beter zijn als moeder hier wel bij kon zijn. Het is maar de vraag of moeder dat ook zo ziet, dat zij over haar kind gaat. Met al die hulpverleners aan je gezin, kun je nog wel eens gaan twijfelen. En of ze dat zo ziet, had de SPV-er misschien wel kunnen vertellen, maar die is er ook niet.

Zo eng zijn we toch niet?

De maatschappelijk werker vertelt dat de uitkering van moeder nog net op tijd is aangepast aan de tijdelijke werkelijkheid dat vader (van de jongste twee) in detentie is voor 98 dagen.
Kredietbank: loopt, thuisbegeleiding: loopt, schoolverzuim: opgelost, behandeling voor hoofdpijn: loopt (al moet ik hier op tijd doorzetten dat er ook een flinke psychosociale component in zit, dit kind krijgt gewoon hoofdpijn “van ons”), psychiatrische begeleiding moeder: loopt.
Stijgend op het lijstje van doelen is hoe moeder haar straat ervaart. De thuisbegeleider is hier meer en meer mee bezig, nu moeder weet hoe ze gezondere boterhammen maakt, en hoe ze de kinderen soms zelf hun ruzietjes kan laten oplossen.
De straat, de dreiging die moeder ervaart van twee andere gezinnen. Is die reeël of onderdeel van moeders eigen psychiatrische beeld? Of maakt dat niet uit, omdat de effecten hetzelfde zijn: moeder zit thuis met de gordijnen dicht, en de kinderen op hun kamers.

Zolang moeder de straat niet opgaat, ook niet naar die gezinnen waar ze het wel goed mee kan vinden, blijven wij de werkelijkheid van dat gezin. En dat is niet de bedoeling, wij moeten juist weer verdwijnen. Een kennissenkring die uit hulpverleners bestaat (die per toerbeurt vervangen worden), dat is geen gezonde sociale omgeving.
De maatschappelijk werker en de thuisbegeleider slaan de handen in een, en stellen als doel dat moeder volgende keer wel zelf aansluit. De jeugdarts van het consultatiebureau en ikzelf zullen eens goed kijken hoe het zit met de wijkaanpak in deze straat. Zou die er zijn? En zo niet, zouden we ‘m dan kunnen organiseren?

*stand van zaken

dr. Rianne Reijs is jeugdarts, aankomend arts Maatschappij en Gezondheid, werkzaam in een Centrum voor Jeugd en Gezin te Maastricht. Daarnaast is zij blogger. Zij verzorgt maandelijks een column voor dewijkin.nl vanuit haar perspectief als jeugdarts binnen een CJG.